Bomen & Bossen

Welkom op de pagina met een overzicht van alle weetjes over 'Bomen & Bossen'! Pak de quizvragen erbij en zoek het juiste antwoord in de informatie hieronder.

Bossen in Nederland

In Nederland staan miljoenen bomen. In tuinen, op schoolpleinen, langs wegen, in parken en in bossen. Er is zo’n 365.000 hectare bos in Nederland. Dat is net zo veel als ongeveer 545.000 voetbalvelden. Dat lijkt heel wat, maar het is maar 10% van het land. Daarmee is Nederland één van de landen in Europa met het minste bos. Gelukkig komt er de komende jaren meer bos bij. Help jij ook mee? Plant een boom tijdens de Nationale Boomfeestdag of in een Geboortebos.

Dieren in het bos

In de bossen leven heel veel dieren. In de bodem, op de grond, op of in de stam en takken en op of onder de bladeren. Van de kleine mier tot het machtige edelhert. Sommige dieren eten planten of schimmels. Er zijn ook dieren die weer andere dieren op het menu hebben staan.

De natuur zorgt er voor dat alles in evenwicht blijft.

Bomenkanjers

Er zijn veel verschillende beroepen rondom bomen en bossen. Bijvoorbeeld: boomkweker, hovenier, boswachter, boomzager, tractorchauffeur, boomchirurg, ambtenaar, onderwijzer en onderzoeker. En nog véél meer.

Zo’n beroep kun je leren op speciale scholen en universiteiten. Dat zijn mensen om trots op te zijn, want zij zorgen voor het bos.

De grootste bomenheld was Alexander Von Humboldt. Hij was ontdekkingsreiziger en had veel interesse in de natuur. Hij leefde zo’n 150 jaar geleden. Alexander Von Humboldt zag hoe bijzonder de natuur was. Hij besefte dat mensen door hun gedrag grote invloed hebben op de bossen. Hij was één van de eerste ontdekkingsreizigers die zei dat we zuinig moeten zijn op de bossen en goed voor de bomen moeten zorgen.

Beheer van de bossen

Bossen zijn prachtig en super nuttig voor planten en dieren én voor mensen. Het is heerlijk om in het bos te wandelen of te spelen. En van de bomen gebruiken we het hout, de zaden en de bladeren. Boswachters zorgen ervoor dat de bossen en bomen alle wensen van de natuur en van de mensen kunnen vervullen. Zij weten precies wat nodig is om het bos gezond te houden, welke bomen kunnen worden omgezaagd en welke bomen moeten blijven staan voor de planten en de dieren. En soms moeten ze keuzes maken, bijvoorbeeld waar je in het bos wel of niet met je mountainbike mag komen. En ze moeten opletten of mensen zich goed gedragen. Bijvoorbeeld door hun hondje aan de lijn te houden. Want reeën zijn zelfs voor de allerliefste hondjes heel erg bang. Als ze er eentje ruiken, rennen ze weg uit hun leefgebied. Ze durven dan niet meer terug te komen bij hun jonkies. In paniek kunnen ze zelfs een ongeluk krijgen.

Lekker groeien (of niet)

Er zijn in Nederland verschillende soorten bodems, zoals klei, zand en veen. Elke boomsoort voelt zich thuis op een bepaalde bodem. Op die soort grond groeit die boomsoort dan goed. Door de klimaatverandering en door vervuiling en mest wordt dat steeds een beetje moeilijker. Voor sommige soorten wordt het te warm of te droog. En door slechte stoffen van auto’s, vliegtuigen, fabrieken en mest uit boerderijen verdwijnt de kalk uit de grond. Met minder kalk wordt de bodem steeds zuurder. Daar worden bomen zwak en ziek van. In sommige bossen wordt daarom steenpoeder gestrooid. Dat is ook een soort kalk. Maar het beste zou zijn als we minder van die stofjes in de lucht en bodem zouden hebben. Het helpt als mensen vaker per fiets reizen, minder spullen kopen en zuinig zijn met water.

Superwortels

Wist je dat een boom onder de grond net zo groot is boven de grond? Onder de grond zitten de wortels van de boom. Die zitten tot diep in de grond en spreiden zich in een cirkel rondom de stam uit, net zo breed als de takken van de boom. Zo staat de boom stevig en kan hij het water en het voedsel uit de bodem opslurpen. Een boom drinkt wel 260 tot 400 liter water per dag. Sommige soorten drinken elke dag zelfs 1.000 liter. Elke liter is net zo veel als een melkpak. Stel je voor: 1.000 melkpakken leegdrinken…! In de bodem zitten ook voedingsstoffen die de bomen nodig hebben. Het voedsel komt uit afgevallen blaadjes, die door de wormen en bodemdiertjes in piepkleine stukjes zijn gehakt. Tussen de wortels zitten enorm veel goede schimmels. Die heten mychorriza. Ze helpen de boom om de stofjes op te nemen. Zo kunnen de bomen nog beter groeien.

Variatie

In Nederland groeien tientallen verschillende boomsoorten. En nog veel meer soorten struiken en andere planten. Elke boomsoort heeft speciale kenmerken. Sommige soorten kunnen op heel arme zandgrond groeien, andere soorten kunnen goed tegen veel water in de bodem. Elke boomsoort heeft ook weer ander hout. Het is handig dat er veel soorten bomen zijn. Als we bijvoorbeeld alleen maar wilgen zouden hebben, konden we niet zulke sterke huizen bouwen. Maar als we alleen maar eiken zouden hebben, werden klompen weer veel te zwaar om lekker te kunnen lopen. Bomen reageren ook verschillend op ziektes. Dus als er een keer een plaag van bijvoorbeeld kevertjes komt, is het heel handig als er in de bossen veel variatie is. Dan worden sommige boomsoorten opgegeten, maar blijven andere boomsoorten lekker rustig doorgroeien. En zo kun je dan toch lekker blijven genieten van het bos.

Gevaar!

In de stad hebben bomen het best moeilijk. Tussen de straatstenen, de rioolbuizen en de internetkabels kunnen de wortels niet zo goed groeien als in het bos. Als het flink stormt, waaien de bomen in de stad dus sneller om. En in de stad worden de bomen vaak al weer gekapt als ze nog helemaal niet oud zijn. Bijvoorbeeld als mensen vinden dat ze in de weg staan omdat een weg breder moet worden. In het bos mogen bomen wel oud worden.

Maar ook de bomen in het bos hebben het steeds moeilijker. Doordat het klimaat verandert, zijn vaker lange periodes waarin het niet regent. Als het bos dan heel droog is, kan er bosbrand ontstaan. Door het vuur gaan de bomen en ook de dieren in het bos dood. En het vuur is natuurlijk ook gevaarlijk voor mensen die in de buurt van het bos wonen of met hun tent op de camping staan. Extra getrainde brandweermensen met speciale brandweerauto’s proberen dan het vuur te blussen. Het beste is natuurlijk om te zorgen dat er geen brand komt. Daarom staat op het bordje bij de ingang dat je in het bos geen vuur mag maken. En ook niet mag barbecueën.

Bomen zijn overal

In het bos en het park staan heel veel bomen. Als je goed kijkt, zie je ze ook op heel veel andere plekken. Bijvoorbeeld langs de weg en in het landschap. Door bomen kunnen mensen goed herkennen waar ze zijn. Bomen staan soms ook langs de rivier. Toen er vroeger nog geen navigatie bestond, konden schippers aan de bomen zien waar de bochten in de rivier zaten. Zo’n boom heet bakenboom. Op de grens tussen twee landen werden ook vaak bomen geplant. Dat waren de grensbomen.

Bomen staan soms ook aan de rand van een weiland. De afgevallen blaadjes zorgen daar voor een gezonde bodem. En de schaduw van de bomen is fijn voor de dieren. Dan krijgen ze het niet zo heet in de zon. Koeien zijn extra blij met bomen. Als ze een beetje ziek zijn, eten ze een wilgenblaadje. En blaadjes van de iep zijn een soort snoepjes voor de koeien. Zelfs hun melk wordt daar extra lekker van.

Jouw boom

Iedereen heeft wel iets met bomen. Veel mensen hebben een bijzondere herinnering bij één bepaalde boom. Vaak planten mensen een boom als er iets bijzonders in hun leven is dat ze altijd willen blijven herinneren. Bijvoorbeeld als ze gaan trouwen. Of ze planten een geboorteboom voor een baby’tje. Vraag maar eens aan je ouders of je opa of oma of je leerkracht of zij een bijzondere boom kennen. Of ga een keer met een boswachter mee op bomen excursie. Super leuk en leerzaam!

Wat is jouw lievelingsboom?

Partners

De activiteiten van Stichting Nationale Boomfeestdag worden mede mogelijk gemaakt door: